Ansichtkaart van communicatiemiddel tot verzamelobject: verschil tussen versies

Uit kleinrondleimuiden.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{WebsiteHeader}} {{DISPLAYTITLE:<span style="position: absolute; clip: rect(1px 1px 1px 1px); clip: rect(1px, 1px, 1px, 1px);">{{FULLPAGENAME}}</span>}} = Ansichtkaart, van communicatiemiddel tot verzamelobject = De manier waarop we communiceren is sterk veranderd. Telefoon, sms, WhatsApp en e-mail hebben de traditionele brief en ansichtkaart grotendeels verdrongen. Waar post nu soms dagen onderweg is, werden ruim 120 jaar geleden kaarten vaak nog vier keer…'
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 78: Regel 78:
* Grote bedrijven schakelden kunstenaars in.   
* Grote bedrijven schakelden kunstenaars in.   
* Ook kleine ondernemers, gaven kaarten uit voor bestellingen en correspondentie.
* Ook kleine ondernemers, gaven kaarten uit voor bestellingen en correspondentie.
= Waardebepaling: Factoren die de prijs bepalen =
Ga maar eens op zolder zoeken tussen oud papier – of beter gezegd, zoals verzamelaars het noemen: ''platte zaken'' zoals foto’s, folders en affiches – en je zult ze tegenkomen: ansichtkaarten. In Nederland zijn er de afgelopen 150 jaar tientallen miljoenen op de markt gebracht. Rond 1900 groeide het verzamelen uit tot een ware rage.
Voordat iemand zich rijk rekent bij de vondst van een kaart of een compleet album van opa, is het belangrijk te begrijpen hoe de waarde wordt bepaald. Ouderdom en conditie zijn daarbij de meest voor de hand liggende factoren, maar er spelen veel meer zaken mee.
De waarde kan in geld worden uitgedrukt, maar ook een sentimentele waarde hebben. Zo vond ik zelf eens een onbekende ansichtkaart uit Rijnsaterwoude waarop mijn overgrootvader met zijn gezin stond afgebeeld. Voor mij is die kaart onbetaalbaar, veel meer waard dan de prijs waarvoor hij ooit is verkocht.
Gemiddeld liggen de prijzen op beurzen en online marktplaatsen tussen de 1 en 40 euro. Uitzonderingen komen vooral voor bij (semi)professionele handelaren.
== Verzamelbereidheid ==
De waarde van een kaart wordt sterk bepaald door de vraag. Na de Tweede Wereldoorlog gingen veel mensen verzamelen: sigarenbandjes, speldjes, suikerzakjes en ook ansichtkaarten. Inmiddels is dat in veel gevallen ingestort; ondanks de moeite die opa of oom erin stak, is de vraag vaak weggevallen.
Voor ansichtkaarten is de belangstelling beter overeind gebleven, al is het minder dan vroeger. Online marktplaatsen hebben de beurzen deels verdrongen, maar er zijn nog altijd liefhebbers die oude kaarten van hun dorp of geboortestreek verzamelen. Doordat er vaak een handgeschreven berichtje achterop staat, is elke kaart uniek.
== Betaalbereidheid ==
Verzamelbereidheid zegt niet alles: ook de prijs speelt mee. Kaarten die iedereen zoekt, kunnen toch lang te koop blijven staan als de vraagprijs te hoog is. Iedere verzamelaar – of groep verzamelaars – heeft een bovengrens. Zo leveren kaarten uit Cothen doorgaans meer op dan vergelijkbare kaarten uit Leimuiden.
== Ouderdom ==
Ouder is niet automatisch waardevoller. Begin 20e eeuw werden er miljoenen kaarten gedrukt, waarvan er nog steeds veel circuleren. Alleen de vroege exemplaren – de prentbriefkaarten uit de 19e eeuw, soms voorzien van een goed leesbaar stempel – hebben een duidelijke meerwaarde. Een bekend voorbeeld zijn de kaarten die verschenen bij de Wereldtentoonstelling in Amsterdam (1883).
Kaarten uit de periode 1960–1980 zijn momenteel weinig waard, maar zouden in de toekomst kunnen stijgen door kleinere oplages en afnemend aanbod.
== Historische waarde ==
Veel kaarten bevatten een eenvoudig bericht: een groet, een afspraak of alleen een naam. Historische waarde ontstaat pas bij bijzondere contexten, zoals de Spaanse griep (1918–1920), de mobilisatie (1939), de Tweede Wereldoorlog (1940–1945) of de Watersnoodramp (1953). Kaarten met persoonlijke verslagen uit zulke periodes bieden een uniek inkijkje en zijn gewild bij zowel verzamelaars als archieven.
== Conditie ==
De toestand van de kaart is cruciaal. Beschadigde hoekjes, scheuren, plakresten, waterschade of doorhalingen verminderen de waarde sterk. Kaarten mogen daarom beter niet in albums geplakt worden, en aantekeningen kunnen het best in potlood worden gemaakt zodat ze later verwijderbaar zijn.
Een gelopen kaart (verzonden met stempel en postzegel) hoeft geen nadeel te zijn: veel verzamelaars geven er juist de voorkeur aan.
== Topografische kaarten ==
Kaarten uit grote steden als Amsterdam, Den Haag en Groningen zijn in enorme aantallen gedrukt en daardoor meestal weinig waard. Anders is dat bij kleine dorpen, waar oplages beperkt waren. De groei van historische verenigingen heeft bovendien de belangstelling voor lokale kaarten vergroot, wat zich vertaalt in hogere prijzen.
== Thema ==
Een groot deel van de charme van het verzamelen zit in de enorme variatie aan onderwerpen. Vrijwel elk thema is denkbaar: tulpenvelden, straatleven, trams, kermissen, maar ook dieren of begraafplaatsen.
De online veilingsite [https://www.delcampe.net/nl/verzamelingen/postkaarten/thema-s/ Delcampe.net] biedt een uitgebreid overzicht van hoofd- en subthema’s. De populariteit verschilt: kaarten over het koningshuis of kerken zijn vaak goedkoop, terwijl kaarten met thema’s als kermissen, trams of straatleven makkelijk boven de 60 euro uitkomen.
== De uitgever of producent ==
Sommige producenten zijn gewilder dan andere. Een bekend voorbeeld is Dirk v.d. List, ook actief onder de namen ''Bromografia'' en ''Photo Rotatiepers''. Door hun hoge kwaliteit en lage oplages zijn deze kaarten zeer gezocht, zowel onder topografische verzamelaars als onder liefhebbers van specifiek deze uitgever.
== Fotokaarten ==
Naast de goedkope massaproductie kwamen er ook fotokaarten: rechtstreeks afgedrukt van een negatief, vaak in kleine oplages. Winkeliers bestelden meestal maar een beperkt aantal, waardoor je soms unieke beelden van vergeten plekjes tegenkomt.
Fotokaarten van vóór 1935 zijn gewild vanwege hun fotorealistische kwaliteit. Ontbreekt de locatie, dan daalt de waarde – tenzij het thema populair is.
Er bestaat vaak verwarring over wat wel en niet een fotokaart is. Han Ruyters, antiquaar en specialist in prentbriefkaarten, publiceerde hierover een verhelderend artikel in ''VDP Prentbriefkaarten'' (nr. 155, p.30).
== Gevonden voorraad ==
Soms duikt er bij het sluiten van een winkel of bij een opruiming een oude voorraad op. Zo’n partij kan afzonderlijk weinig waard zijn, maar in één keer aangeboden wel degelijk interessant zijn voor verzamelaars of handelaren.
<br>
<br>
<br>
<br>

Versie van 17 sep 2025 09:04

 kleinrondleimuiden.nl | oudleimuiden.nl

Ansichtkaart, van communicatiemiddel tot verzamelobject

De manier waarop we communiceren is sterk veranderd. Telefoon, sms, WhatsApp en e-mail hebben de traditionele brief en ansichtkaart grotendeels verdrongen. Waar post nu soms dagen onderweg is, werden ruim 120 jaar geleden kaarten vaak nog vier keer per dag bezorgd en konden ze dezelfde dag de bestemming bereiken. Voor veel mensen was de post destijds de belangrijkste en betaalbare manier van communiceren, mogelijk gemaakt door een goed functionerend postsysteem en de uitbreiding van het spoorwegnet.

Prentbriefkaarten zijn meer dan dragers van een afbeelding: ze zijn historische getuigenissen van het dagelijks leven en krijgen, eenmaal bewaard, een nieuw bestaan als verzamelobject.

De Ontwikkeling van de Briefkaart naar de Ansichtkaart

De oorsprong van de prentbriefkaart ligt bij de briefkaart, in Nederland ingevoerd op 1 januari 1871.

  • De briefkaart was een officieel postdocument met voorgedrukte postzegel, bedoeld voor korte zakelijke mededelingen.
  • Rond 1873 verschenen de eerste creatieve teksten en versjes op de adreszijde.
  • Tien jaar later volgden kleine afbeeldingen, vaak religieus of decoratief. Dit werd de geïllustreerde briefkaart genoemd.

De evolutie:

  1. Briefkaart (vanaf 1871)
  2. Geïllustreerde briefkaart (vanaf 1883)
  3. Prentbriefkaart (vanaf 1892)

Omdat de briefkaart een postwaardestuk was, valt deze onder de filatelie.

In 1892 verloor de PTT haar monopolie, waardoor iedereen prentbriefkaarten mocht uitgeven. Dit leidde tot de gouden periode van de prentbriefkaart (ca. 1892–1910), waarin de kaart populair werd als goedkoop souvenir. Kaarten zonder persoonlijke boodschap konden als drukwerk voor 1 cent verzonden worden, goedkoper dan de briefkaart (2,5 cent). Veel gezinnen legden albums aan, een bloeiende industrie, vaak geproduceerd in Duitsland.

Duitse drukkerijen waren toonaangevend in techniek en productie en voorzagen Nederland van miljoenen kaarten. Het Duitse woord Ansichtkaart raakte ingeburgerd, ondanks verzet van taalpuristen. Na de Eerste Wereldoorlog daalde de belangstelling door de komst van telefoon en radio. Vanaf ca. 1970 ontstond een nieuwe waardering voor de kaart als nostalgisch en historisch object. In de jaren ’90 brachten de zogeheten freecards opnieuw een opleving.

Kenmerken van Postkaarten

Adresliniatuur

  • Vroege kaarten (voorlopers) hadden ruimte voor tekst op de beeldzijde, omdat berichten op de adreszijde verboden waren.
  • Afbeeldingen waren vaak half of met vrije strook onderaan.
  • In 1905 werd de adreszijde wettelijk gesplitst: rechts voor adres, links voor boodschap.
  • Vanaf 1978 kwam er ook ruimte voor postcode.
  • Voor verzamelaars is de beeldzijde de voorkant; voor filatelisten de adreszijde.

Poststempels

Het poststempel maakte de zegel ongeldig en gaf plaats, datum en tijd weer. Voor verzamelaars is een bijzondere stempel soms waardevoller dan de kaart zelf.

  • Kleinrondstempel (1884–1895, soms langer) – ca. 22 mm, twee cirkels met plaats, datum en tijd. Compact en gewild bij filatelisten.
  • Grootrondstempel (vanaf 1894) – 26 mm, zelfde indeling maar groter; niet passend op een standaardzegel.
  • Typenradarstempel (vanaf 1906) – efficiënter, met radertjes in plaats van losse blokjes. Varianten: langebalk, kortebalk, openbalk, cilinderbalk.
  • Gebruik en bijzonderheden – Speciale blokstempels (trein, tram, boot), bestellersstempels, afwijkende plaatsnamen of foutieve datumblokken. Tijdens WOI genoten militairen vaak portvrijdom. Ook markeringen, zoals een groot kruis op de adreszijde, hadden betekenis (bijv. nieuwjaarsbezorging).

Druktechnieken en Productie

Rond 1892 werden kaarten vooral gedrukt via steendruk (lithografie). Daarna kwamen nieuwe technieken:

  • Lichtdruk (vanaf ca. 1870) – weergave van alle grijstonen. Kostbaar, later massaal toegepast door Duitse drukkerijen.
  • Autotypie (rasterfotografie, vanaf 1882) – grijstonen omgezet in rasterpuntjes, geschikt voor massaproductie.
  • Kleurenreproductie – variërend van handmatig ingekleurde lichtdrukken tot vroege full-colour experimenten.
  • Gemodificeerde afbeeldingen – retouches en bewerkingen, soms met fantasie-elementen zoals gemonteerde vliegtuigen.

Uitgevers fungeerden als architecten van de prentbriefkaart, door de grafische mogelijkheden te sturen en te bepalen.

De Diverse Gezichten van de Prentbriefkaart

Topografische prentbriefkaarten

Tonen steden en dorpen. Oudste Nederlandse voorbeelden: Wereldtentoonstelling 1883 in Amsterdam. N.J. Boon bracht vanaf 1898 hoogwaardige kaarten uit.

  • Formaatwijziging: van 9×14 cm (klassiek) naar 10×15 cm (vanaf jaren ’60).
  • Tegenwoordig zijn vooral kleine dorpen waardevol vanwege kleine oplages.

Fotokaarten

Echte foto’s, direct van het negatief gedrukt.

  • Kleine oplages, hoge scherpte.
  • Zeer gezocht als ze vóór 1940 zijn uitgegeven.
  • Vaak huisportretten, verkocht aan bewoners.
  • Bekende fotografen: H.J. Steegman, Eduard Sanders, C.B. Heynig.

Freecards

Gratis kaarten met commerciële, culturele of ideologische boodschap.

  • Ontstaan in Spanje (1985).
  • In Nederland populair vanaf 1993 door Free Card en Boomerang.
  • Brachten in de jaren ’90 een heropleving van de prentbriefkaart.

Prentbriefkaarten als reclame

Al vóór de komst van de prentbriefkaart gebruikten hotels litho’s voor promotie.

  • Grote bedrijven schakelden kunstenaars in.
  • Ook kleine ondernemers, gaven kaarten uit voor bestellingen en correspondentie.

Waardebepaling: Factoren die de prijs bepalen

Ga maar eens op zolder zoeken tussen oud papier – of beter gezegd, zoals verzamelaars het noemen: platte zaken zoals foto’s, folders en affiches – en je zult ze tegenkomen: ansichtkaarten. In Nederland zijn er de afgelopen 150 jaar tientallen miljoenen op de markt gebracht. Rond 1900 groeide het verzamelen uit tot een ware rage.

Voordat iemand zich rijk rekent bij de vondst van een kaart of een compleet album van opa, is het belangrijk te begrijpen hoe de waarde wordt bepaald. Ouderdom en conditie zijn daarbij de meest voor de hand liggende factoren, maar er spelen veel meer zaken mee.

De waarde kan in geld worden uitgedrukt, maar ook een sentimentele waarde hebben. Zo vond ik zelf eens een onbekende ansichtkaart uit Rijnsaterwoude waarop mijn overgrootvader met zijn gezin stond afgebeeld. Voor mij is die kaart onbetaalbaar, veel meer waard dan de prijs waarvoor hij ooit is verkocht.

Gemiddeld liggen de prijzen op beurzen en online marktplaatsen tussen de 1 en 40 euro. Uitzonderingen komen vooral voor bij (semi)professionele handelaren.

Verzamelbereidheid

De waarde van een kaart wordt sterk bepaald door de vraag. Na de Tweede Wereldoorlog gingen veel mensen verzamelen: sigarenbandjes, speldjes, suikerzakjes en ook ansichtkaarten. Inmiddels is dat in veel gevallen ingestort; ondanks de moeite die opa of oom erin stak, is de vraag vaak weggevallen.

Voor ansichtkaarten is de belangstelling beter overeind gebleven, al is het minder dan vroeger. Online marktplaatsen hebben de beurzen deels verdrongen, maar er zijn nog altijd liefhebbers die oude kaarten van hun dorp of geboortestreek verzamelen. Doordat er vaak een handgeschreven berichtje achterop staat, is elke kaart uniek.

Betaalbereidheid

Verzamelbereidheid zegt niet alles: ook de prijs speelt mee. Kaarten die iedereen zoekt, kunnen toch lang te koop blijven staan als de vraagprijs te hoog is. Iedere verzamelaar – of groep verzamelaars – heeft een bovengrens. Zo leveren kaarten uit Cothen doorgaans meer op dan vergelijkbare kaarten uit Leimuiden.

Ouderdom

Ouder is niet automatisch waardevoller. Begin 20e eeuw werden er miljoenen kaarten gedrukt, waarvan er nog steeds veel circuleren. Alleen de vroege exemplaren – de prentbriefkaarten uit de 19e eeuw, soms voorzien van een goed leesbaar stempel – hebben een duidelijke meerwaarde. Een bekend voorbeeld zijn de kaarten die verschenen bij de Wereldtentoonstelling in Amsterdam (1883).

Kaarten uit de periode 1960–1980 zijn momenteel weinig waard, maar zouden in de toekomst kunnen stijgen door kleinere oplages en afnemend aanbod.

Historische waarde

Veel kaarten bevatten een eenvoudig bericht: een groet, een afspraak of alleen een naam. Historische waarde ontstaat pas bij bijzondere contexten, zoals de Spaanse griep (1918–1920), de mobilisatie (1939), de Tweede Wereldoorlog (1940–1945) of de Watersnoodramp (1953). Kaarten met persoonlijke verslagen uit zulke periodes bieden een uniek inkijkje en zijn gewild bij zowel verzamelaars als archieven.

Conditie

De toestand van de kaart is cruciaal. Beschadigde hoekjes, scheuren, plakresten, waterschade of doorhalingen verminderen de waarde sterk. Kaarten mogen daarom beter niet in albums geplakt worden, en aantekeningen kunnen het best in potlood worden gemaakt zodat ze later verwijderbaar zijn.

Een gelopen kaart (verzonden met stempel en postzegel) hoeft geen nadeel te zijn: veel verzamelaars geven er juist de voorkeur aan.

Topografische kaarten

Kaarten uit grote steden als Amsterdam, Den Haag en Groningen zijn in enorme aantallen gedrukt en daardoor meestal weinig waard. Anders is dat bij kleine dorpen, waar oplages beperkt waren. De groei van historische verenigingen heeft bovendien de belangstelling voor lokale kaarten vergroot, wat zich vertaalt in hogere prijzen.

Thema

Een groot deel van de charme van het verzamelen zit in de enorme variatie aan onderwerpen. Vrijwel elk thema is denkbaar: tulpenvelden, straatleven, trams, kermissen, maar ook dieren of begraafplaatsen.

De online veilingsite Delcampe.net biedt een uitgebreid overzicht van hoofd- en subthema’s. De populariteit verschilt: kaarten over het koningshuis of kerken zijn vaak goedkoop, terwijl kaarten met thema’s als kermissen, trams of straatleven makkelijk boven de 60 euro uitkomen.

De uitgever of producent

Sommige producenten zijn gewilder dan andere. Een bekend voorbeeld is Dirk v.d. List, ook actief onder de namen Bromografia en Photo Rotatiepers. Door hun hoge kwaliteit en lage oplages zijn deze kaarten zeer gezocht, zowel onder topografische verzamelaars als onder liefhebbers van specifiek deze uitgever.

Fotokaarten

Naast de goedkope massaproductie kwamen er ook fotokaarten: rechtstreeks afgedrukt van een negatief, vaak in kleine oplages. Winkeliers bestelden meestal maar een beperkt aantal, waardoor je soms unieke beelden van vergeten plekjes tegenkomt.

Fotokaarten van vóór 1935 zijn gewild vanwege hun fotorealistische kwaliteit. Ontbreekt de locatie, dan daalt de waarde – tenzij het thema populair is.

Er bestaat vaak verwarring over wat wel en niet een fotokaart is. Han Ruyters, antiquaar en specialist in prentbriefkaarten, publiceerde hierover een verhelderend artikel in VDP Prentbriefkaarten (nr. 155, p.30).

Gevonden voorraad

Soms duikt er bij het sluiten van een winkel of bij een opruiming een oude voorraad op. Zo’n partij kan afzonderlijk weinig waard zijn, maar in één keer aangeboden wel degelijk interessant zijn voor verzamelaars of handelaren.













Deze tekst is mede tot stand gekomen met ondersteuning van AI.