Sandbox

Uit kleinrondleimuiden.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Dit artikel beschrijft de bestuurlijke en politieke geschiedenis van Leimuiden en Rijnsaterwoude, twee voormalige gemeenten in het noorden van de provincie Zuid-Holland. Sinds 2009 maken zij deel uit van de gemeente Kaag en Braassem.

Bestuur en politiek van Leimuiden en Rijnsaterwoude

Vroege geschiedenis: heerlijkheden en jurisdictie

Leimuiden en Rijnsaterwoude waren oorspronkelijk zelfstandige heerlijkheden.

Heerschappij en eigendom

Aan het einde van de 16e eeuw schonken de Staten van Holland de heerlijkheden Leimuiden, Rijnsaterwoude en Vriesekoop aan jonkheer Pieter van der Does. Hij kreeg dit als dank voor zijn verdiensten als luitenant-admiraal van Holland in de strijd tegen de Spanjaarden. Pieter van der Does bezat daardoor de lage jurisdictie. Van 1599 tot 1728 hadden Leimuiden, Vriesekoop en Rijnsaterwoude dezelfde heer.

In de 17e en 18e eeuw kwamen de dorpen in handen van de katholieke familie Van Wassenaer Van Warmond. Drie generaties lang (1654-1722) werden Leimuiden, Vriesekoop en Rijnsaterwoude samengebracht in een personele unie met Warmond en Woubrugge. De heer stelde schout, schepenen en ambtenaren aan en had rechten op opbrengsten zoals de turfmaat en het windrecht. Het katholieke geloof van de familie leidde tot spanningen met de kerkeraad, die in 1714 zelfs de Staten van Holland om ingrijpen vroeg.

In 1727 kocht de stad Amsterdam het ambacht Leimuiden en Vriesekoop op een publieke veiling voor 48.000 gulden. Het ging de stad vooral om strategische belangen tegenover Haarlem. Vanaf dat moment traden burgemeesters van Amsterdam op als heer van Leimuiden en Vriesekoop. Rijnsaterwoude bleef in particuliere handen. De titel heer van Rijnsaterwoude kwam eind 18e eeuw in het bezit van de familie Provó Kluit, die deze titel nog steeds voert.

Bataafse Republiek en afschaffing heerlijke rechten

De Bataafse Omwenteling van 1795 maakte een einde aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Op 6 maart 1795 werden de ambachtsheerlijke rechten afgeschaft. Vanaf dat moment werden de dorpen bestuurd door een gemeentebestuur dat gekozen werd door de kiesgerechtigde inwoners.

In Rijnsaterwoude werd schout Jacobus Kuyper afgezet. De schepenen werden municipalen en gingen de gemeente zelfstandig besturen. In Leimuiden werd in de notulen van 1795 tot 1806 de term Municipaliteit van Leijmuijden & Vriesekoop gebruikt, vaak met Franstalige bestuurstermen zoals Maire, delibereren en convoceeren.

Toch zien we in 1804 de ambachtsheerlijke invloed terugkeren. In Rijnsaterwoude werd Willem van der Breggen president, terwijl Mr. Hendrik Kluit (ambachtsheer) weer optrad als provisioneel schout. Kluit verzette zich tegen inmenging van consulenten bij de beroeping van predikanten, met een beroep op het oude gebruik van de ambachtsheer.

19e-eeuws gemeentelijk bestuur

Tot 1907 had Leimuiden geen echt gemeentehuis. Er was alleen een secretarie naast de woning van de burgemeester. Het latere gemeentehuis verrees op de plek van gesloopte huisjes bij de sluis.

Uit notulen van de gemeenteraad van Leimuiden uit 1853 blijkt dat de raad zich bezighield met vervanging van de ambtenaar van de burgerlijke stand, onderhoud van bruggen en wegen, en een rechtszaak tegen de stad Haarlem over de Hoogenbrug over de Drecht. Na de drooglegging van het Haarlemmermeer in 1852 besloot Leimuiden in 1853 een deel van het nieuwe land bij de gemeente te trekken. Daarbij gold de voorwaarde dat Leimuiden geen kosten voor bruggen of wegen zou dragen.

Politieke onrust en controverses (1912-1930)

In de eerste decennia van de 20e eeuw kende Leimuiden grote politieke spanningen. Regionale en landelijke kranten spraken zelfs van zonderlinge toestanden.

De gasfabriek (1912-1918)

De bouw van een gemeentelijke gasfabriek bracht de gemeente in financiële problemen. Critici noemden de fabriek de kanker van de welvaart van onze gemeente. Burgemeester Th. C. C. Ninaber was de drijvende kracht achter het plan, maar wethouder Lourens Bouthoorn verzette zich fel. In 1917 stemde de raad met vijf tegen twee voor sluiting van de fabriek. Ninaber vond dit in strijd met het algemeen belang en diende het besluit ter vernietiging in bij de Koningin.

Bestuurlijke twisten (Ninaber vs. Bouthoorn)

De tegenstelling tussen Ninaber en Bouthoorn liep in 1921 uit de hand. Tijdens Ninabers ziekteverlof nam Bouthoorn als locoburgemeester de leiding over. Ninaber reageerde met een open brief van dertig vragen waarin hij Bouthoorn beschuldigde van ondermijning. Ook in Rijnsaterwoude, waar Ninaber eveneens burgemeester was, ontstonden problemen.

Poging tot herindeling (1920)

Door de hoge schulden (f 80.050) sprak de gemeenteraad zich in 1920 unaniem uit voor aansluiting bij de buurgemeente Alkemade. Burgemeester Ninaber verzette zich hiertegen en stelde dat de bevolking zelfstandigheid wenste. Uiteindelijk namen Gedeputeerde Staten geen initiatief, waardoor de samenvoeging niet doorging.

Tolconflict en pastorie-inbraak

De tolheffing op de Drechtbrug leidde in 1929 tot een bestorming door automobilisten, onder leiding van Jacobus van Tol uit Rijnsaterwoude. Er werden zelfs Kamervragen over gesteld. De tol werd pas op 14 november 1953 opgeheven.

Een jaar later, in 1930, beschuldigde Van Tol in de gemeenteraad de pastoor van Leimuiden van een in scène gezette inbraak. Burgemeester J. A. Bakhuizen noemde dit leugentaal en verdedigde de noodzaak om de dader in een gesticht op te nemen.

Oorlogen en militaire aanwezigheid

Patriotten en Pruisen (1787)

In de roerige patriottentijd speelde Leimuiden een opvallende rol. De pastoor van Rijnsaterwoude, Michaël Hendrik Witbols, was een uitgesproken patriot en werd in 1798 zelfs voorzitter van de Nationale Vergadering. Na de aanhouding van prinses Wilhelmina trok het Pruisische leger in september 1787 de Republiek binnen. Op 24 september 1787 vestigde hertog Karel van Brunswijk zijn hoofdkwartier in Leimuiden. Vanuit Leimuiden ontving hij delegaties uit Amsterdam en Den Haag.

Tweede Wereldoorlog (1940-1945)

In juli 1940 kwamen Duitse militairen naar Leimuiden, deels ingekwartierd bij inwoners. De ondergrondse in Leimuiden en Rijnsaterwoude was goed georganiseerd. Er waren overvallen op distributiekantoren, wapendroppings in Vriesekoop en hulp aan neergestorte geallieerde vliegers. Op Dolle Dinsdag (5 september 1944) vluchtten de Duitsers en NSB’ers uit Leimuiden, maar keerden kort daarna terug.

Recente bestuurlijke veranderingen

Gemeentelijke herindeling tot Jacobswoude

Op 1 januari 1991 gingen Leimuiden en Rijnsaterwoude samen met Woubrugge en Hoogmade op in de nieuwe gemeente Jacobswoude. Sinds 1995 bevinden de archieven van deze opgeheven gemeenten zich in het Streekarchief Rijnlands Midden te Alphen aan den Rijn.

Kaag en Braassem (vanaf 2009)

Per 1 januari 2009 ging Jacobswoude op in de gemeente Kaag en Braassem. In Rijnsaterwoude verdwenen de laatste winkel en de busverbinding uit de dorpskern. De Stichting Oud Leimuiden-Rijnsaterwoude zet zich sindsdien in voor behoud van de dorpskern van Leimuiden en het landschapsschoon, en voert bezwaar tegen de aanleg van grote kassen in de Wassenaarse Polder.